Boermarke Desserts is een innovatieve speler van vers- en diepvriesproducten in de zuivelcategorie. Denk hierbij aan diverse soorten yoghurt en vla, maar ook mousse en ijs. Naast zuivel bieden we ook non-dairy alternatieven aan en bent u bij ons aan het juiste adres voor fruit, bijvoorbeeld verse, ambachtelijke appelmoes. Met ons eigen transport beleveren we dagelijks diverse klanten in Foodservice, B2B en Retail. We bieden zowel ons eigen merk als Private Label aan.
De geschiedenis van Boermarke Desserts begint in 1967 toen Johan en Bertine Varvik door een melkoverschot zelf roomijs gingen maken en verkopen. Als snel bleek hiervoor een markt te zijn en in korte tijd is de productie steeds verder uitgebreid tot de huidige dagelijkse productie van in totaal 60.000 liter.
Kijk voor meer informatie op onze website www.boermarke.eu
Bij De Zuivelmakers in Benschop, een klein dorpje in de Utrechtse Waarden van het Groene Hart, maken we de lekkerste zuivelproducten; van ambachtelijk fruit onderlegde yoghurt, pudding tot ouderwetse hangop. De Zuivelmakers, voorheen Natuurhoeve, is ruim 30 jaar geleden gestart door Kees Lekkerkerker, een boerenzoon die het werken met koeien, melk en kaas met de paplepel kreeg ingegoten. Tegenwoordig is De Zuivelmakers een echt familiebedrijf waar ook Kees, zijn vrouw en kinderen in meewerken.
Bij Lebo Kaas maken we een breed assortiment aan roomkaas producten. Lebo Kaas is het zusterbedrijf van De Zuivelmakers en is gevestigd in Lopik, vlakbij Benschop. Alle roomkaas wordt gemaakt uit verse melk en room en hiermee is Lebo Kaas nog de enige roomkaasproducent in Nederland die dit gehele proces van melk tot product zelf in de hand heeft. De verse melk wordt verwerkt tot roomkaas in diverse smaken en verpakkingen. Met de roomkaas van Lebo kunnen onder andere de lekkerste broodjes en hapjes worden gemaakt. De producten worden al meer dan 10 jaar met veel passie en enthousiasme geproduceerd en geleverd aan de consumentenmarkt, food-service en industriële markten. Sinds kort zijn de producten van Lebo Kaas ook officieel Erkend Streekproduct.
Binnen het programma 'Duurzame Weidezuivel' staan de volgende thema's centraal:
Aandacht voor de omgeving waarin we leven, vinden we van groot belang. In 1987 was Boermarke de eerste producent in Nederland die Boerenroomijs bereidde met melk van eigen boerderij. Naast de diverse roomijssoorten werd al snel ook Boermarke mousse van verse boerenmelk een zeer gewild product. Boermarke vond haar afzetgebied in de begintijd vooral via zuivelboerderijen in geheel Nederland. Mede doordat Boermarke alleen puur natuurlijke grondstoffen in haar producten verwerkte, was er al spoedig een brede interesse voor deze producten. Het werken met eigen boeren is voor Boermarke een grote plus om zo goed zicht te houden op de totale zuivelketen. Van Koetje tot Toetje!
Eigen Boeren uit de buurt
Boermarke, De Zuivelmakers en Lebo Kaas werken samen met eigen boeren die de melk exclusief aan ons leveren. Momenteel bevinden zicht een groot deel van de veehouders zich in het Groene Hart. De samenwerking is gericht op een continue proces van wederzijdse verduurzaming, waarbij we nauw contact houden met onze veehouders. We kennen de families dan ook persoonlijk.
Landschapskwaliteit
In hun bedrijfsvoering houden onze boeren rekening met de landschapskwaliteit, oftewel de natuur rondom de boerderij. Bij alle boeren hebben we een biodiversiteitsmeting gedaan, waarbij de flora en fauna in kaart is gebracht. Veel van onze boeren doen extra inspanningen voor een goed agrarisch natuurbeheer ter bevordering van de weidevogels, zoals het niet maaien van de slootkanten om nesten te vermijden, maar ook het aanleggen van ‘Plas-Dras-plekken’ of poelen, zodat weidevogels goed kunnen vertoeven. Daarnaast lopen alle koeien in de lente en de zomer buiten in wei, wat goed is voor de koe, maar ook past binnen het Nederlandse landschapsbeeld.
Meer aandacht voor oorsprong
Voor onze producten vinden we het belangrijk dat we goed weten waar onze ingrediënten vandaan komen, hoe ze gemaakt worden en dat ze zo min mogelijk bewerking ondergaan. De kwaliteit van onze ingrediënten staat bovenaan. We controleren onze melk op diverse kwaliteitsparameters en de boeren worden ook beloond voor het leveren van een goede kwaliteit. De melk van onze boeren wordt door ons verwerkt in onze eigen merkproducten. Omdat de melk volgens een vast patroon wordt aangeleverd (de koeien geven nu eenmaal elke dag melk) moeten we deze melk afnemen en verwerken tot producten of eventueel verkopen aan derden. Aangezien onze producten vers zijn en een korte houdbaarheidsdatum hebben, kan er niet veel van ons product op voorraad worden gemaakt. Tevens is er geen constant afnamepatroon van onze producten ,waardoor het niet eenvoudig om de opgehaalde hoeveelheid melk altijd in al onze producten te verwerken. Om efficiënt te kunnen produceren, zijn we echter ook genoodzaakt een bepaalde marge te houden qua hoeveelheid melk die we van onze eigen boeren verwerken. We verkopen daarom soms melk, maar kopen ook beperkt melk of room bij.
Voor onze andere ingrediënten werken we zo veel mogelijk met natuurlijke ingrediënten. We streven met onze leveranciers aan continue verbetering en verduurzaming van onze ingrediënten.
Een van de belangrijkste speerpunten van een duurzame werkwijze in de zuivelketen is het dierenwelzijn. De koeien hebben een belangrijke functie door hun dagelijkse verzorging van de melk voor onze zuivelproducten. Een koe is tegenwoordig vaak te vergelijken met een topsporter, aangezien er flinke prestaties van haar worden verwacht. We vinden het daarom belangrijk dat onze koeien het goed naar hun zin hebben en er voldoende aandacht wordt geschonken aan hun welzijn. Een gezonde koe die zich goed voelt, leeft langer en dit past binnen onze duurzame denkwijze.
Weidegang
Alle koeien van onze boeren lopen in het voorjaar en zomer zo lang mogelijk buiten in de wei. Het is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend dat de koe buiten loopt. We geloven er in dat de koeien zich het lekkerst voelen als ze vrij in de wei kunnen lopen, liggen en hun natuurlijk graasgedrag kunnen vertonen. We streven daarom naar maximale weidegang, van voorjaar tot in de nazomer. Al in 2012 hebben we in overeenstemming met onze boeren de minimale norm voor weidegang verhoogd naar 130 dagen, 8 uur per dag, maar er wordt gestreefd naar 150 dagen, 8 uur per dag.
Koewelzijnworkshops
Om nog beter voor de koeien te kunnen zorgen, helpen we onze boeren door het aanbieden van een aantal workshops per jaar. Er staat in deze workshops onder andere het thema ‘koewelzijn’ centraal.
De boeren krijgen de laatste informatie en praktijkvoorbeelden te horen om de leefomgeving en de behandeling van de koeien te verbeteren. Voorbeelden van thema’s zijn: gezondheid van uiers en poten (klauwen) en de droogstand (de tijd dat de koe geen melk geeft, voordat ze een kalf krijgt), wat vaak complexe onderwerpen zijn, maar zeer belangrijk voor het welzijn van de koe.
KoeKompas
Het aansturen van een boerenbedrijf is niet zo eenvoudig als het soms lijkt. Er zijn zeer veel factoren aanwezig die van invloed kunnen zijn op het wel- en wee van de veestapel. Het Koekompas is een instrument dat de boer helpt om in één overzicht te zien wat hij nog kan verbeteren voor het koelwelzijn.
Koeien die goed in hun vel zitten worden ouder en zijn minder vaak ziek. Het Koekompas meet hoe het is gesteld met het dierenwelzijn op een boerderij. Aan de hand van een checklist beoordeelt de boer samen met een speciaal getrainde dierenarts onder meer de stal en het voer. Ook wordt er kritisch naar de koe zelf gekeken. Bijvoorbeeld heeft de koe geen wondjes en is haar vacht mooi glanzend. Het resultaat van de checklist is een score op zeven onderdelen. Met deze score heeft de boer aanknopingspunten om het dierenwelzijn verder te optimaliseren.
De dierenarts en veehouder lopen samen over het melkveebedrijf en beoordelen meer dan dertig prestatie-indicatoren. De dierenarts en boer kijken naar de koeien en de stal, maar ook naar het voer en de melkstal. Ze vatten al hun meetpunten samen op een scorelijst. Op basis hiervan wordt jaarlijks het Koe-Kompas opgesteld. Daarnaast formuleren de boer en dierenarts actiepunten waarmee zij aan de slag gaan om ervoor te zorgen dat de koeien op het melkveebedrijf blij blijven.
Antibiotica
De laatste jaren wordt er binnen de zuivelsector zeer serieus gekeken naar het antibiotica gebruik bij dieren. Alle melk die binnenkomt op ons bedrijf wordt streng gecontroleerd op de afwezigheid van antibiotica, maar ook het gebruik bij de boer wordt steeds minder. In verhouding tot andere agrarische sectoren valt het antibiotica gebruik bij melkvee relatief mee. Echter, om te voorkomen dat bepaalde ziekte veroorzakende bacteriën resistent kunnen worden tegen belangrijke antibiotica door veelvuldig en onnodig gebruik, stimuleren we als zuivelproducent verantwoord medicijngebruik onder onze boeren.
Dit betekent minder, beter en transparant. Vanaf januari 2012 zijn alle veehouders verplicht een één op één relatie aan te gaan met hun dierenarts. Hiervoor werken ze exclusief samen met één dierenartspraktijk, die ook hun medicijngebruik in beeld brengt. Er wordt zeer nauwkeurig gekeken welke medicijnen, waaronder antibiotica, worden gebruikt. Door middel van de workshops en het Koekompas wordt de veehouder bovendien geadviseerd welke medicijnen het meest effectief en verantwoord zijn, maar véél belangrijker nog… hoe het ziektebeeld kan worden voorkomen, want immers: voorkomen is beter dan genezen!
Stalomgeving
Als de koeien in de winter op stal staan is het belangrijk dat ze ook niets te kort komen. Voldoende ruimte en zachte ligplekken is hierbij belangrijk, maar ook voldoende frisse lucht, water en voer. Als extra comfort vinden de koeien het heerlijk als ze hun rug en kop kunnen masseren met een koe borstel. Alle stallen zijn voorzien van voldoende draaiende koe borstels en zachte ligplekken voor de koeien. Er wordt door onze veehouders ruim aandacht geschonken aan koecomfort, zodat de koeien het zo optimaal mogelijk hebben als ze binnen zijn.
Kalfjes
Op het moment dat kalfjes worden geboren, is het belangrijk dat ze zo snel mogelijk goede weerstand opbouwen. Kalfjes hebben namelijk bij hun geboorte vrijwel geen antistoffen en dus geen weerstand. Ze zijn dus daarom zeer gevoelig voor diverse ziektes, zoals diarree en longontsteking. Als een kalfje een goede start maakt, zal ze makkelijker uitgroeien tot een gezonde koe. Belangrijke factoren die bijdragen aan een goede start zijn goede en schone hokken voor de kalfjes, het goed binnenkrijgen van de eerste melk van de moederkoe (de biest), goede voeding en een geleidelijke blootstelling aan de omgeving. Binnen het Koekompas staat de gezondheid van het kalf voorop!
Het is een mondiaal probleem dat we met elkaar meer grondstoffen onttrekken van de aarde dan de aarde ons kan leveren. We zullen daarom allemaal zeer kritisch moeten zijn op het effect van ons handelen. De uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt een klimaatverandering waar wij en de generaties de gevolgen van zullen ervaren. Het is essentieel om dit tij te keren. Op de melkveesector ligt een grote druk om de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen te verminderen. De mest van de koeien is enerzijds nodig om het land te bemesten en dus te voeden, maar anderzijds zorgt het ook voor vervuiling van de lucht en de bodem. Naast de boerenbedrijven zullen wij als productiebedrijf goed en kritisch moeten kijken naar het energieverbruik wat er nodig is om onze producten te produceren en in de schappen te krijgen.
Milieu- en klimaatworkshops
Net zoals bij het koewelzijn worden er ook workshops georganiseerd om het milieu en klimaat te verbeteren, wat weer effect heeft op de landschapskwaliteit. Samen met de boeren wordt er gekeken hoe er zo goed mogelijk kan worden omgegaan met de dierlijke mest, zodat de uitstoot van kwalijke stoffen vermindert en tegelijkertijd ook de eigen mest zo goed mogelijk wordt benut en kunstmest overbodig wordt. Tevens wordt bekeken hoe de boeren de kwaliteit van hun bodem kunnen verbeteren en het rendement van het gras van eigen land vergroot wordt. Alle workshops (koewelzijn en milieu en klimaat) worden om en om bij onze veehouders en op onze eigen locaties georganiseerd. Iedereen is een keer gastbedrijf. Na een ochtendprogramma waarin theorie centraal staat, doet men na de lunch een ‘rondje’ op het bedrijf, zodat ook de praktijk wordt beoordeeld. Zo krijgen onze veehouders ook een kijkje in elkaars keuken en leert men van de ervaringen van de ander.
Kringloopwijzer
Het kringloopdenken raakt de kern van verduurzaming; proberen de eigen middelen zo optimaal mogelijk te gebruiken, waardoor de impact op milieu vermindert. Het doel van de Kringloopwijzer is om de kringloop op het veehouderijbedrijf zoveel mogelijk te sluiten door optimaal gebruik te maken van wat de natuur biedt. Dit houdt in het afbouwen van de externe inputs (krachtvoer en kunstmest) en het efficiënter benutten van de eigen middelen (mest en ruwvoer) = schoon en zuinig! Om emissie van schadelijke stoffen te verminderen werken de boeren aan eiwitarme en structuurrijke rantsoenen en houdt men rekening met het weer bij het uitrijden van de mest. Belangrijke elementen van de Kringloopwijzer zijn de kwaliteit van de lucht en de bodem en het klimaat, biodiversiteit en de voetafdruk; deze moeten zoveel mogelijk met elkaar in balans zijn. Kijk hier voor meer informatie.
Energieverbruik in beeld
Verantwoord energieverbruik draait enerzijds om het gebruiken van milieuvriendelijke bronnen en anderzijds om vermindering van het energieverbruik. Om die reden hebben we diverse scans gedaan om de mobiliteit en het energieverbruik binnen onze bedrijven in kaart te brengen. Op basis van deze metingen worden verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd.
Energiereductie
Door bewuster te kijken naar onze manier van werken, nemen wij en onze boeren maatregelen om minder energie te verbruiken tijdens het melken en het produceren van onze zuivelproducten. Om energie te reduceren werken onze boeren veel met warmtewisselaars, waardoor energie voor warmte uit
en koeling optimaal worden benut. In onze bedrijven passen we verlichting toe die automatisch aan-uit gaan in de verschillende ruimten.
Groene energie
Binnen onze aanpak vinden we het gepast om alleen gebruik te maken van energiebronnen die het klimaat niet belasten. Daarom kopen we voor onze bedrijven gezamenlijk 100% duurzame energie.
Afvalreductie
Binnen onze ondernemingen bekijken we continu hoe we afval kunnen reduceren. We proberen zo efficiënt mogelijk om te gaan met onze grondstoffen en verpakkingen, waarbij we de afvalstromen zo goed mogelijk scheiden. Ook met het gebruik van de verpakkingen van onze producten kijken we kritisch naar de hoeveelheid en type verpakking. Vanwege de kwaliteitseisen die er aan ons product gesteld worden, is het nodig om onze producten te verpakken in een kunststof verpakking. Op dit moment is het nog niet mogelijk om een geschikte biologisch afbreekbare kunststof te gebruiken, die aan de kwaliteitseisen voldoet. We kijken echter wel hoe we zo min mogelijk plastic kunnen gebruiken. Ten slotte werken we samen met diverse voedselbanken om eventuele restanten die niet verkoopbaar zijn aan hen te leveren.
Een betere wereld begint bij jezelf, eens. Maar je kunt het ook niet alleen. Daarom vinden we het belangrijk om binnen onze keten de verantwoordelijkheid te nemen om een verschil te gaan maken met onze producten. Dit doen we door binnen ons bedrijf onze werknemers te betrekken in het verduurzamingsproces, maar ook door goed naar hun belangen te kijken. Naast de interne actiepunten kijken we ook naar de schakels voor en na ons. Hoe kunnen onze leveranciers (naast de boeren, zijn ook andere leveranciers van belang), onze transporteur en onze afnemers ook stappen zetten richting een duurzamere keten. Hiervoor zullen inspanningen moeten worden verricht, waarbij we goed samen moeten beoordelen in welk tempo dit zal moeten gebeuren en welke beloning hier tegenover staat. Sommige investeringen leveren direct kostenbesparingen op, maar ook veel initiatieven brengen niet direct rendement. We streven naar een faire, open samenwerking met bijpassende beloning voor de inspanningen die worden verricht.
Samenwerking verschillende partners in de keten
We geloven er in dat een duurzame aanpak alleen kan werken als alle schakels in de keten daarvoor de juiste inspanningen doen. Hiervoor is een nauwe samenwerking noodzakelijk. Van onze leveranciers verwachten we dat ze zich zullen inspannen voor een duurzame productie van hun producten, onze ingrediënten en verpakkingen.
Belangrijkste thema’s zijn: CO2 uitstoot, afvalreductie, transport, fairtrade, natuurlijke ingrediënten en verantwoorde verpakkingen.
Doelstellingen leiden tot actie
Om daadwerkelijk een verschil te kunnen maken, zijn we van mening dat het essentieel is om met doelstellingen te werken en deze te monitoren. Dit doen we ook met onze boeren. Omdat elk bedrijf verschillend is en de boer als ondernemer zelf weet waar hij het best verandering in zijn bedrijf kan realiseren, werken we met individuele doelen die de veehouders zelf formuleren. Na elke workshop schrijft de boer een actieplan hoe hij zijn opgedane kennis wil omzetten in zijn praktijk. Daarnaast vragen we aan het begin van het jaar nogmaals welke maatregelen ze op het gebied van koewelzijn en milieu in dat jaar willen gaan nemen. Deze doelstellingen worden aan het eind van het jaar ook getoetst en hier wordt een deel van de financiële beloning aan gekoppeld.
Eerlijke prijs
Om te verduurzamen moeten inspanningen en investeringen worden verricht en we menen dat hier ook de juiste beloning tegenover moet staan. De veehouders krijgen daarom ook een extra toeslag op de marktconforme melkprijs. Deze toeslag is gekoppeld aan hun prestaties op het gebied van de behaalde melkkwaliteit, weidegang, deelname aan het programma en het behalen van de doelstellingen.
Het Kringloopkompas is een belangrijke onderbouwing voor een duurzame en eerlijke zuivelketen. Het biedt inzicht hoe het bedrijf presteert op verschillende onderdelen van de bodem-plant-dier kringloop die van invloed zijn op milieu, klimaat, biodiversiteit en de ecologische voetafdruk.
Kringloop op het boerenbedrijf
Het doel van het Kringloopkompas is om de kringloop op het veehouderijbedrijf zo veel mogelijk te sluiten en optimaal gebruik te maken van wat de natuur biedt. Door een beter bodembeheer kunnen melkveehouders duurzame melk produceren en een positieve bijdrage leveren aan het landschap en de kwaliteit van het drink- en oppervlaktewater. Bovendien kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering door bijvoorbeeld minder energie te verbruiken tijdens het melken, maar ook door het zelf energie op te wekken uit mest, wind of zon. Door de koeien zo veel mogelijk gras van eigen land te laten eten, hoeft de boer minder voer aan te kopen. Ook kan hij werken aan een optimaal dierenwelzijn, waardoor de koeien ouder worden en de ecologische ‘footprint’ wordt verkleind. Al deze aspecten en meer worden meegenomen in het Kringloopkompas van een melkveehouder. Het kompas geeft hiermee richting aan de veehouder hoe deze de impact van zijn bedrijf op landschap en milieu nog kleiner kan maken.
Hieronder wordt de inhoud per onderdeel van het Kringloopkompas toegelicht.
1. Luchtkwaliteit
De uitstoot van ammoniak uit de veehouderij is een belangrijke beïnvloedende factor van de luchtkwaliteit. Ammoniak komt op verschillende plaatsen op het bedrijf vrij. Het ontstaat als mest en urine bij elkaar komen. Dat gebeurt niet alleen in de stal, maar ook bij mestopslag, beweiding en bemesting. Wel is de hoeveelheid ammoniak die vrijkomt bij beweiding lager dan wanneer de dieren op stal staan. Er zijn diverse mogelijkheden om de uitstoot van ammoniak te verminderen, zoals het stalsysteem, bemestingstechnieken, maar ook het voer is van groot belang. Door een andere voeding van de koeien: minder eiwit en meer structuur, is minder stikstof aanwezig in de mest en kan meer van de aanwezige stikstof gebonden worden waardoor de kans op vervluchtiging naar de lucht afneemt. We leren de boeren ook beter rekening te houden met het weertype tijdens het uitrijden (vochtig en donker weer) zodat daar ook winst geboekt wordt. Door het kringloopkompas krijgt de boer inzicht in de hoeveelheid ammoniak op zijn bedrijf en waar hij de uitstoot het best kan terugbrengen.
2. Waterkwaliteit
Op het melkveebedrijf wordt (kracht)voer en (kunst)mest aangekocht en melk en vlees afgevoerd. Het Kringloopkompas brengt het overschot aan stikstof in de bodem in kaart en doet hiermee een voorspelling voor de hoeveelheid stikstof die weglekt naar de sloot en het grondwater. Te hoge stickstofconcentraties (N) bemoeilijken de toepassing van grondwater bijvoorbeeld voor drinkwater. Bovendien kan stikstofrijk grondwater dat aan de oppervlakte komt, aanleiding geven tot verstoring van natuurwaarden. Aan bepaalde factoren die van invloed zijn op de hoeveelheid stikstof , zoals grondsoort en neerslagoverschot, kan de boer zelf op korte termijn weinig veranderen. Het stikstof bodemoverschot kan echter wel verbeterd worden met goed management: minder kunstmest en een betere inzet van de eigen dierlijke mest. Het kringloopkompas biedt inzicht in de waterkwaliteit en hoe deze verbeterd kan worden.
3. Bodemkwaliteit
Duurzaam bodembeheer is een belangrijke, zo niet het allerbelangrijkste thema voor de lange termijn duurzaamheid. Want hou houden we productieve landbouwbodems met een lage input, een hoge output en zo weinig mogelijk verliezen.
Een uiterst belangrijke rol binnen duurzaam bodembeheer speelt fosfaat (P2O5) Een overmatige bemesting leidt tot ophoping van fosfaat in de bodems en uiteindelijk tot uit- en afspoeling van fosfaten naar grond- en oppervlaktewater. Een laag fosfaatoverschot geeft een goede indicatie of de boer in staat is met een lage bemesting toch voldoende opbrengt te halen en dus hoe gezond de bodem is. Er zijn meer indicatoren die van invloed zijn op de bodemkwaliteit en het meest ideaal is om op elk bedrijf de schop in de grond te steken en het bodemprofiel te beoordelen. Omdat dit in de praktijk zeer moeilijk is uit te voeren en er ook nog geen goed meetinstrument voor is ontwikkeld, wordt voor deze versie van het Kringloopkompas gewerkt met fosfaat als indicator.
4. Klimaat
Het grootste deel van broeikasgassen wat vrijkomt door menselijk handelen bestaat uit CO2. Er zijn echter meer broeikasgassen, die op hun beurt worden omgerekend in CO2-waarden. Methaan (CH4) en lachgas (N2O) leveren een belangrijke bijdrage aan de totale emissies vanuit de landbouw. Koeien stoten methaan uit tijdens het herkauwen en daarnaast zorgen de veengronden voor uitstoot van lachgas. Het kringloopkompas meet de hoeveelheid CO2 per liter melk op het bedrijf en laat zien hoe dit kan worden verminderd. Minder krachtvoer, maar ook minder jongvee (omdat kalfjes nog geen melk produceren, maar wel voer eten en mest creëren) en minder bewerking van het land (ploegen zorgt voor emissie van lachgas) verminderd de uitstoot van broeikasgassen.
5. Footprint
Met de footprint, ofwel de ecologische voetafdruk, wordt gekeken naar de hoeveelheid land die rondom het bedrijf of elders in Nederland of in de wereld, nodig is om de productie van melk en vlees te kunnen realiseren. Via zijn leveranciers krijgt de boer krachtvoer en bijproducten van elders. Zo worden bepaalde grondstoffen voor dat voer aan de andere kant van de wereld verbouwd, waardoor dit effect heeft op de biodiversiteit aldaar en bovendien de nodige transportbewegingen (en dus CO2 uitstoot) met zich meebrengt. Idealiter zou de voorkeur moeten uitgaan naar reststromen uit de levensmiddelenindustrie, zoals bierbostel (van de bierbrouwer) en perspulp (van de suikerfabrieken). Ook kan er meer werk gemaakt worden van het winnen van hooi en het benutten van gras uit natuur- en beheersgebieden. De voetafdruk van krachtvoeders is sterk verschillend en tijdens de workshops leren de boeren hoe ze een betere keuze kunnen maken.
In de eerste versie van het Kringloop-Kompas meten we de hoeveelheid energie (uitgedrukt in Voeder Eenheid Melk = VEM) die van het eigen land afkomstig is (%VEM eigen ruwvoer). Hoe meer energie de koe van het eigen land benut, hoe minder krachtvoer van elders nodig is, hoe lager de footprint. Dit moet vanzelfsprekend vergeleken worden tussen bedrijven met dezelfde productie per hectare. Net zoals het duurzaamheidsproces blijft ook het kringloopkompas in ontwikkeling. Bijproducten zoals die van het bierbrouwen moeten gunstiger beoordeeld worden dan graan wat ook rechtstreeks door mensen gegeten kan worden. Zodra er een volledigere maatstaf is, zullen wij deze aanhouden.
In 2011-2012 ligt de focus binnen ‘Duurzame Weidezuivel’ op het beter benutten van het eigen ruwvoer, omdat de boer hier het snelst effect op kan boeken. Immers, hoe minder krachtvoer, hoe beter. In 2013 zal er meer gekeken worden naar de samenstelling van het krachtvoer, waarbij met mengvoerleveranciers zal worden gekeken naar het gebruik van groene soja en duurzamere alternatieven hiervoor.
Hoewel er nog nauwelijks tot geen GMO (genetisch gemodificeerde organisme) in het diervoer zit, streven we er ook naar om dat geheel te vermijden. Daarover worden gesprekken met de toeleverende veevoerbedrijven gevoerd.
6. Biodiversiteit en landschap
Boeren zorgen voor veel biodiversiteit, vangen weidevogels op, beschermen ze en produceren daarmee ons typische Hollandse landschap. Het scoren van biodiversiteit en landschappelijke kwaliteiten is niet bepaald eenvoudig. Veel veehouders van de Natuurhoeve zijn actief binnen agrarische natuur-en landschapverenigingen en worden daar al gescoord op hun inzet voor natuur-en landschap. Binnen het Kringloopkompas is er een biodiversiteitsmeting ontwikkeld die in beeld brengt welke flora en fauna er rondom het boerenbedrijf aanwezig is en welke maatregelen door de boer genomen zijn om de biodiversiteit en het landschap te beschermen. De inspanningen zijn omgezet in een score die binnenkort wordt weergegeven op het kringloopkompas.
Het Koekompas
(5 is zeer risico-arm en 1 is risicovol)
Koeien die goed in hun vel zitten worden ouder en zijn minder vaak ziek. Om te meten of koeien goed in hun vel zitten is in samenwerking met dierenartsen en boeren het Koe-Kompas ontwikkeld. Het Koe-Kompas meet hoe het is gesteld met het dierenwelzijn op een boerderij. Aan de hand van een checklist worden onder meer de stal en het voer beoordeeld. Ook wordt er kritisch naar de koe zelf gekeken. Bijvoorbeeld heeft de koe geen wondjes en is haar vacht mooi glanzend. Het resultaat van de checklist is een score op zeven onderdelen. Met deze score heeft de boer aanknopingspunten om het dierenwelzijn verder te optimaliseren.
De dierenarts en veehouder lopen samen over het melkveebedrijf en beoordelen meer dan dertig prestatie-indicatoren. De dierenarts en boer kijken naar de koeien en de stal, maar ook naar het voer en de melkstal. Ze vatten al hun meetpunten samen op een scorelijst. Op basis hiervan wordt jaarlijks het Koe-Kompas opgesteld. Daarnaast formuleren de boer en dierenarts actiepunten waarmee zij aan de slag gaan om ervoor te zorgen dat de koeien op het melkveebedrijf blij blijven.
Een blije koe heeft een mooie glimmende vacht en is lekker relaxed. De ideale dagindeling van een koe ziet er als volgt uit:
oost de Veer, dierenarts en grondlegger van het Koekompas
De indicatoren uit het Koekompas:
Al onze boeren hebben dit Koekompas uitgevoerd en hebben aan de hand van dit instrument verbeterplannen opgesteld. Jaarlijks zal het Koekompas door de dierenarts samen met de boer geëvalueerd worden, waarbij gekeken wordt naar de eventuele verbeteringen die zijn doorgevoerd en naar nieuwe verbeterpunten.
Heeft u een vraag of opmerking? Of heeft u voor ons een goede suggestie om nog duurzamer te werken? Wij horen graag van u!
Duurzame Weidezuivel is een samenwerking van Boermarke Desserts en De Zuivelmakers. Wilt u contact met ons opnemen, dan kan dit via onderstaande gegevens:
Boermarke Desserts
Staalsteden 17
7547 TA Enschede
info@boermarke.eu
De Zuivelmakers
1e Industrieweg 13
3411 MG Lopik
info@duurzameweidezuivel.nl
Duurzame Weidezuivel is een initiatief van
Ondersteund door